De motivatie voor het invoeren van bedrijfswagens is het versterken van de concurrentiële positie op de arbeidsmarkt van de gemeente Gingelom. Dit enerzijds om nieuwe medewerkers te kunnen aantrekken voor moeilijk in te vullen functies, maar anderzijds ook om huidige medewerkers aan boord te houden.
Aangezien de gemeente Gingelom een klein bestuur is, is er niet altijd de mogelijkheid om een organogram met veel verschillende niveaus te creëren zoals in grotere besturen wel het geval is. Bovendien is de wedde van decretale graden gekoppeld aan het inwonersaantal van de gemeente of stad. Bijgevolg heeft een kleinere gemeente als enige ‘onderhandelingsmarge’ op het vlak van loonvoorwaarden de toekenning van extralegale voordelen, zoals een bedrijfswagen. Wat bovendien bij grotere besturen ook reeds meer ingeburgerd is. Hierdoor moet de gemeente Gingelom op de arbeidsmarkt niet enkel met de privé sector concurreren, maar ook met andere (lokale) overheden.
De voorliggende policy bedrijfswagens voorziet enkel de toekenning aan de decretale graden binnen het bestuur. Dit betreft één duidelijk afgebakende personeelscategorie.
In functie van de opmaak van het nieuwe meerjarenplan zal deze policy mogelijk uitgebreid worden naar bijkomende personeelscategorieën. Deze uitbreiding dient echter samen bekeken te worden met het voorzien van de nodige budgetten.
Aangezien de toekenning van een voordeel alle aard volgens het KB van 29/8/1985 onderhandelingsmaterie is, dient dit op een een Bijzonder onderhandelingscomité besproken te worden. Het BOC vond plaats op 21/5/2024 en resulteerde in een protocol van niet-akkoord.
De wet voorziet de verplichting van de overheid om te onderhandelen, het is echter niet noodzakelijk tot een akkoord te komen.
De rechtspositieregeling, inclusief artikel 171 m.b.t. de toekenning van een bedrijfswagen, werden reeds in het BOC van 14 november 2023 behandeld. Er werd toen geen opmerking gemaakt over dit artikel.
Tijdens het BOC op 21/5 werd er begrip getoond vanuit de vakorganisaties voor de situatie van een klein lokaal bestuur, zij geven echter aan principieel tegen de toekenning van bedrijfswagens te zijn en dat standpunt te handhaven in het protocol. Argumenten zijn o.a. de hoge financiële en maatschappelijke kost en het aanwakkeren van concurrentie tussen de gemeenten. Het is echter, zoals eerder aangehaald, deze reeds bestaande concurrentie waardoor de gemeente Gingelom weinig andere mogelijkheden heeft dan te volgen. De kost voor het inzetten van consultants bij niet ingevulde functies is bovendien vele malen hoger dan deze van een bedrijfswagen. Daarnaast zijn deze slechts een of enkele dagen per week beschikbaar voor de gemeente, waardoor dit niet enkel financieel nadeliger is, maar ook minder ideaal is voor de werking van de organisatie.
Daarbij dient eveneens rekening gehouden te worden met het feit dat de decretale graden de gemeente vertegenwoordigen naar externen toe en het aldus objectief verantwoord is dat deze functies worden beoogd. Er werd eveneens een opening gelaten naar de toekomst toe om het toepassingsgebied te verruimen naar potentiële knelpuntberoepen. Evenwel laat het huidige meerjarenplan van de gemeente dit (nog) niet toe. Bij uitbreiding van het toepassingsgebied dient uiteraard gewaakt te worden over de toepassing van het gelijkheidsbeginsel.
De policy bedrijfswagens in bijlage wordt ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd.
Het decreet lokaal bestuur.
De rechtspositieregeling van gemeente en ocmw Gingelom.
De wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
Het KB van 29 augustus 1985 tot aanwijzing van de grondregelingen in de zin van artikel 2, § 1, 1°, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
De gemeenteraad gaat akkoord met de policy betreffende het bedrijfswagenbeleid, in bijlage bij dit besluit.